We moeten nu de koe bij de horens vatten

Interview met gedeputeerde Huib van Essen 

Donderdag 8 april, klokslag 13.00 uur opent gedeputeerde van Groen Links in de provincie Utrecht Huib van Essen voor Paul en mij de deur van het digitale platform. Via het scherm begroeten wij elkaar en kabbelen langzaamaan het gesprek in. Inmiddels weten wij nu dat Huib vroeger vaak zijn oma bezocht in de Meern, ooit als student per tandem een beeldenroute heeft gefietst en zo kennismaakte met onze Stier in Willeskop, nu woonachtig is in Leidsche Rijn en in zijn vrije tijd van daaruit het groen befietst in onze contreien. Maar Montfoort kent Huib natuurlijk vooral vanuit zijn rol als gedeputeerde. Wij zijn verheugd dat wij als Progressief Akkoord de gelegenheid krijgen om hem een aantal vragen voor te leggen. Vragen die betrekking hebben op onze politieke actualiteit en raken aan zijn portefeuilles: Ruimtelijke ontwikkeling, Omgevingswet en Energietransitie & Klimaat.

In ons gesprek met Huib willen wij het o.a. graag hebben over de belangrijke keuzes waar Montfoort voor staat betreffende de RES.

Ambities
Wij vragen Huib welke van zijn portefeuilles zijn voorkeur heeft en vervolgens gaat het gesprek over de ambities die hij nog hoopt te verwezenlijken in deze termijn.
HvE: “Het is een beetje de vraag, welke van je kinderen is je het liefst en dat is lastig kiezen. Zo voelt dit ook een beetje. Het zijn de grote keuzes voor de regio, voor de provincie op het gebied van verstedelijking, op het gebied van groen, op het gebied van verduurzaming van de landbouw, van mobiliteit, energietransitie. Dat komt allemaal samen in dat omgevingsbeleid en dat maakt het waanzinnig interessant.

Het vaststellen door Provinciale Staten van de Omgevingsvisie en –verordening vind ik zelf een hele mooie mijlpaal, omdat onze ambities en belangrijke keuzes in het omgevingsbeleid daarmee vastliggen. Nu is het zaak om met elkaar daar uitvoering aan te geven. Dat is een grote opgave als het gaat om verstedelijking, die groei in woningbouw. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk dat vitaliteit van kernen aandacht krijgt. Het zijn wel twee verschillende doelen, die elkaar aanvullen met ‘gezond stedelijk leven’ als een leidend principe daaronder. Voor ons is heel belangrijk, dat we dit komende twee jaar verder concreet maken.

Een goed jaar geleden zijn we een programma gestart ‘Groen groeit mee’: als je 25% groei aan inwoners hebt in 20 jaar tijd, dan kan dat alleen als je de groene kwaliteit mee ontwikkelt en mee laat groeien. We trekken hierin nadrukkelijk samen op met de gemeenten. Komend jaar willen we daarin een stap gaan maken, om echt tot uitvoering te gaan komen.. Dus dat op de rails krijgen, dat is een tweede belangrijke ambitie voor de komende jaren.

Het derde ligt op het gebied van de energietransitie. Toen ik kwam, ben ik toch ’n beetje geschrokken van wat er binnen de provincie liep op het gebied van energietransitie. Dat was veel minder dan ik had gehoopt of verwacht. En ik zie daarin als ons belangrijkste aandachtspunt of uitdaging voor de komende twee jaar: doen wat we met elkaar hebben afgesproken. Ik vind cruciaal dat we daaraan vasthouden, dat we de komende twee jaar daar op koers zitten.”

Verduurzaming

Dan zoomt Huib met ons verder in op vormen van verduurzaming.

HvE: “Warmtetransitie gaat over grote investeringen in de woningen, die het merendeel van de mensen niet zomaar kan doen. Dergelijke grote investeringen verdienen zich pas na langere tijd terug. Dat kan alleen op grote schaal gaan gebeuren als je het aan elkaar koppelt. Helpen ont-zorgen is een rol van de overheid. Maak het mensen makkelijk door vakmensen aan te bieden die voor goede isolatie en zonnepanelen gaan zorgen. Bijvoorbeeld via gebouw gebonden financiering. In Amersfoort loop daar een pilot over. Dat is typisch iets waar je als provincie je rol in kunt pakken, kunt ondersteunen, en zo de goede voorbeelden kunt gaan opschalen.”

We leggen hem het probleem voor van woningbezitters die hun huis verduurzamen met een lening, die bij eventuele verhuizing aan de volgende bewoner wordt doorgeschoven..

HvE: “Verduurzaming kan o.a. georganiseerd worden in de vorm van een ‘gebouw gebonden financiering via kwalitatief recht’ (waar de gemeente Amersfoort momenteel me experimenteert), of een ‘baat-belasting’ (wat Wijk bij Duurstede toepast). In de komende tijd gaat wel blijken welke het meest handig en welke het meest kansrijk is in welke situatie.

Het klimaatakkoord geeft een hele mooie basis waarop men met elkaar kan bouwen. Het Rijk heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen voor goede en bruikbare instrumenten die decentrale overheden kunnen toepassen, bijvoorbeeld voor gebouw gebonden financiering van verduurzaming van woningen. Dat mist hier gewoon. En dan zijn er gemeenten die zelf dat gereedschap maar eens uitproberen. Dan zou je wel wat meer meewerkende stand van ministeries verwachten, vind ik.

Het is tekenend dat in Den Haag –met alle respect- de discussie alleen maar gaat over kernenergie, terwijl alle gemeentes, provincies en waterschappen en energiebedrijven met al hun stakeholders  zoeken naar locaties voor zon en wind, in lijn met de afspraken in het klimaatakkoord. Ik zou zeggen. ga dat proces ondersteunen en versterken en aangeven hoe belangrijk je dat vindt.”

Draagvlak…Benieuwd zijn we natuurlijk ook naar zijn visie over de wijze waarop het draagvlak onder inwoners van Montfoort versterkt kan worden in de verwachting dat RES 1.0 uitgesteld is in U16 verband.

HvE: “Finale besluitvorming in de raden neemt net iets meer tijd, de RES schuiven we dus een paar maanden naar achter. Het is nog wel steeds de bedoeling dat per 1 juli het in principe gewoon klaar is en door de colleges is vastgesteld.

Het begint natuurlijk met duidelijk zijn, eerlijk zijn over 35 TWh, op land met zon en wind: dat hebben we met elkaar afgesproken. Daar hebben alle provincies, gemeentes, waterschappen zich aan gecommitteerd, ook de Eerste Kamer en Tweede Kamer. Dat was een onderdeel van het klimaatakkoord. Dat is een uitgangspunt dat we niet opnieuw ter discussie moeten gaan stellen. Dít gaan we doen. Prima als mensen willen gaan nadenken over kernenergie, maar 2030, over tien jaar willen we dit met elkaar gerealiseerd hebben. Daar moeten we gewoon heel eerlijk in zijn.

We doen het niet alleen met overheden, maar we hebben ook de stakeholders (LTO, natuurorganisaties, ondernemers en wat andere partijen), die meedenken en die zelfs deel in de besluitvorming hebben, een rol in de RES’en.

Het nadrukkelijker betrekken van de samenleving, niet alleen individuele inwoners, maar ook allerlei organisaties, dat is belangrijk. En maak gebruik van die energiecoöperaties en die bewonersinitiatieven. En als energiecoöperaties bij een gemeente een dichte deur aantreffen, denk ik: hoe is het mogelijk? Daar zijn bewoners die iets willen, betrek die. En als provincie hebben we wel heel veel dingen in stelling gebracht om energiecoöperaties te ondersteunen. Zo kunnen ze een lening krijgen voor de kosten die je voor onderzoeken moet maken in de eerste risicovolle fase van een project. Onderzoeken die nodig zijn om plannen voor zon en wind verder te brengen. Als het project uiteindelijk niet doorgaat, hoeft die lening niet terugbetaald te worden. Het risico wordt zo voor een deel afgedekt.

Ik hoor, en dat vind ik wel terecht, dat ook wethouders zeggen: ik wil dat opbrengsten van de energie ook lokaal landen. Volgens mij is dat ook de crux. Energiecoöperaties kunnen daarbij helpen, ze kunnen gewoon een constructie optuigen, zodat die opbrengsten benut worden om het zwembad open te houden bijvoorbeeld. Daar moeten we wel naar toe. Het gaat dus niet alleen over: wil je die windmolen, maar meer over: wil je het zwembad openhouden of niet?”

Dat betekent dus dat je vergroting van het draagvlak –in onze regio vooral actueel sinds de plannen in Rijnenburg- ook bevordert als je inwoners mee kunt nemen in het verhaal dat energieopwekking ook revenuen kunnen opleveren voor de lokale samenleving. 

…en te maken keuzes
Je noemde al Rijnenburg en het doortrekken ervan richting het westen. Wat waren daarbij de hoofddenkrichtingen qua infrastructuur, als je de concept RES erbij pakt? Dan is dat wel een logische lijn, die loopt voor een stukje door de gemeente Montfoort. We moeten nu de koe bij de horens gaan pakken. Oké, dit is een locatie waarvan ik verwacht dat hij ergens in de RES een plek gaat krijgen. Wat betreft het vervolg na RES 1.0 moeten we komende maanden en komend jaar deze plannen concreet gaan maken. Waar komen windmolens en zonnevelden precies, van wie zijn ze en hoe zorgen we dat inderdaad die inwoners mee gaan profiteren? Dat zijn de vragen waar we komend jaar antwoord op moeten gaan geven. Dat is niet een discussie die we nog een jaartje voor ons uit moeten schuiven”.

Gezien de weerstand tegen windmolens, spelen wij wel eens met de gedachte om aan onze opgaven te voldoen met het louter neerleggen van 100 hectares zonnepanelen. Het staat de provincie dan vrij om windmolens alsnog in te passen in het rijtje infrastructuur (’infrastructurele molens’). Benieuwd hoe Huib hier tegenaan kijkt. 

HvE: “De RES wordt opgesteld door 16 gemeenten. Stedin zit niet voor niks aan tafel, wij als provincie ook niet. Stedin maakt zich heel veel zorgen over de balans tussen zon en wind. Die zeggen: als het alleen maar zon is, dan krijgen wij dat niet aangesloten. Bij ons in het coalitieakkoord staat: we willen de energietransitie haalbaar en betaalbaar maken. Dat heeft ook te maken met wat voor keuzes je maakt, daar gaat het hier ook over. Als je alleen maar zon doet, dan wordt het niet haalbaar en ook niet betaalbaar. Wind is echt nodig.

Maar als die locaties er wel zijn? Die locaties in Montfoort kun je in de zoekgebieden zo aanwijzen… 

HvE: “Dat geldt voor meer gemeentes. Wat in ieder geval belangrijk is, is dat in die RES 1.0 een helder ijkmoment komt: dan moeten we hier zijn, willen we ook de planning van het klimaatakkoord halen.”

Maar dat is gebaseerd op het aantal Terrawatt in combinatie met de mix zowel voor zon als wind….

HvE: “Precies, maar dat betekent dat je tijdig voldoende helderheid moet hebben over welke plannen uitgevoerd gaan worden. Als medio volgend jaar, zo kort na de gemeenteraadsverkiezingen, die plannen niet voldoende scherp zijn en de gemeentes niet leveren, dan komen wij in een andere rol terecht. Als je gaat zeggen: na ons de zondvloed –misschien wel letterlijk- dan dwing je ons ook wel om een andere rol te gaan spelen en een keuze te maken. In onze omgevingsvisie staat het expliciet vermeld: we hebben deze ambities en op het moment dat daar gemeentes de passende locaties niet benutten, dan kunnen wij ons ruimtelijk instrumentarium inzetten. Daar hoort bij dat wij dan met een inpassingsplan kunnen komen maar ik heb er op dit moment echter vertrouwen in dat dat niet nodig zal zijn. De meeste gemeenten pakken hun rol om de gezamenlijke ambities voor zon en wind waar te maken. Dit geldt niet alleen in de U16, maar ook in de andere regio’s. De dynamiek is wel verschillend. Ik zie in andere regio’s iets meer gemeentes zeggen: oké, het is allemaal lastig, krijg m’n misschien raad niet mee, maar ik ga er wel voor staan, ik ga er wel voor lopen. 

Even terug naar draagvlak en weerstand….ook bij de boeren bespeuren we weerstand t.a.v. zonnevelden.

HvE: “LTO kan daarin natuurlijk een interessante partij zijn om die wat meer in stelling te brengen, want die zijn aanmerkelijk meer positief over wind dan zon op land over het algemeen.

Innovatie
Intensieve landbouw heeft de afgelopen decennia het Groene Hart behoorlijk vervuild met gif. Om diversiteit terug te brengen in de natuur zijn innovaties hard nodig. Slimme oplossingen bij de aanleg van zonnevelden kunnen o.i. daarbij helpen. En graag willen we bij je aankloppen als we goede ideeën getoetst willen hebben.

HvE: “Absoluut. Een van de pijlers is, naast opwek, besparing en warmtetransitie, inderdaad ook innovatie. Voorbeelden die jullie noemen zijn zeker dingen die daarin kunnen passen. Een link is ook wel te maken met meer economische programma’s. We hebben natuurlijk ook de regionale ontwikkelingsmaatschappij waar we mee samenwerken, daar zijn soms ook wel mooie combinaties mee te maken.”

Wonen en ruimtelijke ordening
We vragen Huib vervolgens om zijn licht te laten schijnen over woninguitbreiding en vitaliteitsproblematiek.

HvE: “Er lopen verschillende discussie door elkaar. De provincie Utrecht heeft van oudsher een héél strikt beleid als het gaat om uitbreidingen. Aan de ene kant denk ik, positief, want volgens mij is het ook heel goed dat de groene buitenruimte goed beschermd is. Tegelijkertijd merk je wel dat er in een aantal gemeentes ook heel wat kwaad bloed is gezet. In ons collegeakkoord hebben we aangegeven dat we er iets meer ruimte in willen geven. Maar dan is het ook echt wel ten behoeve van die lokale vitaliteit.

Als je het breder hebt over de inrichting van het landelijk gebied, met opgaven rond bodemdaling, klimaatadaptatie, natuurontwikkeling, dan zeggen wij vanuit onze kijk op onze omgevingsvisie: combineer die zaken nu met elkaar. Ook bij ons in huis heb je een programma bodemdaling, een programma natuur, allemaal naast elkaar en eigenlijk moet je veel meer naar een soort integrale benadering toe.”

Dan brengen wij nog even een bestaand initiatief onder de aandacht om met de aanleg van een mooie fietsroute vanuit Utrecht naar Montfoort de recreatieve mogelijkheden in ons gebied een nieuwe impuls te geven. Huib zegt ons toe er met belangstelling naar te gaan kijken en welllicht dat het past in het ‘Groen groeit mee’- project. 

Alvorens wij het gesprek afronden en wij Huib hartelijk danken voor de openhartige wijze waarop hij met ons heeft gesproken, nodigen wij hem tot slot uit om binnenkort met ons een stukje door Montfoort te fietsen. Dat aanbod is aanvaard en uiteraard wacht hem bij die gelegenheid ongetwijfeld de Stier van Willeskop. 

Paul Pennarts
Han Bovens

 

 

HUIB TWITTER.jpg

Gedeputeerde Huib van Essen